vrijdag 29 juni 2012

RESPECT VOOR MENEER AGENT


Het is weer een avond waarop ik geheel kindvrij mijn tijd kan gaan doorbrengen in de stad. Want na dagen thuis doorgebracht te hebben met zorg, huiselijke dwangmatigheden en dies meer, zijn dit de ogenblikken waarop ik lekker even alle verantwoordelijkheden kan laten varen.
En wie wil dit niet.....

Gewoon effe lekker naar de stad, ergens een kroeg binnenlopen en je scharen tussen mensen, en wel andere dan die je dagelijks ziet bij de school, je achtertuin of bij de buurtsuper.
Want die koppen kun je inmiddels wel uittekenen!

Rij je lekker relaxed op je fietsie over het uitgestorven fietspad, komt er je opeens een politiemotor tegemoet.
Aardig en mensvriendelijk als ik ben steek ik mijn hand omhoog om deze motormuis eens hartelijk te begroeten. En ja hoor, enthousiast wordt er gestopt.
Ik blij, want laten we wel zijn, niet iedereen reageert daar meer op tegenwoordig. En op dit donkere pad iemand tegenkomen is op dat tijdstip vaak een uitzondering.
Heerlijk, denk ik, eindelijk eens een mens die waardering kan opbrengen voor mijn spontane impulsen.

En net als ik wat impulsieve kreten wil uitstoten op deze toch al aardig sombere avond, wordt mij gevraagd of ik licht op mijn fiets heb.
Huh? Licht? Oh, geen idee, dat moet ik even van dichtbij bekijken....
Ik vraag de betreffende dienstdoende een momentje geduld, til mijn voorwiel omhoog en geef een fikse draai aan mijn wiel.
Gut, nee, geen schijnsel te bekennen dus...
“Nou, eh, meneer agent, ik geloof het niet. Of zag u misschien iets wat ikzelf niet zie??”

Een moment van stilte doorklieft de schemer.
De goed geproportioneerde dienstbetrekker stapt met een lenige beenzwaai van zijn metalen monster af en parkeert hem vlak naast mijn rijwiel. Hmmmm....ik hou wel van face-to-face-gesprekken.

“Mevrouw, werkt uw licht eigenlijk wel?” hoor ik hem vragen...
“Mevrouw? Ach, zeg maar jij hoor. Zo oud ben ik nu ook weer niet, flapt het mij eruit.
Maarruh, dacht het niet hè? Ik ben me er in elk geval niet bewust van dat ik ergens draden zie lopen naar mijn dynamo. Of u moet meer zien dan ik. En by the way, laten we elkaar maar gewoon tutoyeren, ok?”
Geen antwoord.

De agent in kwestie pakt plotseling zijn nachtelijke memoblok tevoorschijn en ik veronderstel dat hij waarschijnlijk mijn 06-nummer wil hebben.....
Maar niets van dit al.
Of ik wel een identiteitskaart bij me heb, is zijn vraag.
Ik antwoord hem dat dat niet het geval is maar dat ik wel een paspoort heb, alhoewel mijn telefoonnummer er niet instaat. En meteen daarop overhandig ik hem mijn bewijs van bestaan.
Het duurt enkele minuten en ik begin me ernstig zorgen te maken of hij wel bij machte is om al die gemeentelijke gegevens te ontcijferen.
“Lukt het?” vraag ik ongerust?
En weer geen antwoord.

Nu begin ik me toch wel degelijk zorgen te maken over deze manspersoon.
Misschien is hij bijziend, of nachtblind...
“Tja, lastig niet, hoor ik mezelf zeggen....als ik nu licht had gehad, dan kon ik je even bijschijnen. Of heb je zelf een zaklampje bij je?”
En opnieuw geen bevestigend antwoord.
Wat is dat toch met dit soort dienstdoende respectvragende ambtenaren.....vraag ik me in stilte af.

Och, denk ik plots, hij voelt zich waarschijnlijk bezwaard om mij aan te spreken hier in het schemerdonker. En terecht, want hij komt natuurlijk niet elke avond zo in zulke verlaten oorden mooie vrouwen tegen. Tja, en hoe begin je dan een gesprek, nietwaar?

“Mevrouw, zegt hij opeens, mevrouw, ik zal u een bon moeten uitschrijven.”
Oh gut! denk ik....een bon??
“Nou ja, dat mag hoor...zeg ik blozend.
Als ik je daarmee een plezier doe!
Ennuh, grappig eigenlijk, dat wordt dan de 2e in een maand tijd.
God, heeft de horoscoop van vandaag toch gelijk!”

De man in kwestie kijkt me wat onnozel aan en vraagt: “hoe bedoelt U?”
“Och, zeg ik, de voorspelling was dat ik vandaag iets zou krijgen van een aangenaam persoon. Nou, dat klopt dan toch, en nu kan mijn dag niet meer stuk.”

“Maar mevrouw, gaat de agent verder, het is toch een kleine moeite om zo'n lampje te kopen die je aan je arm kunt bevestigen. Dat scheelt u zeker een boete zoals deze.”
“Ach, zucht ik hem toe, je kent dat toch wel? Prioriteiten stellen hè? En laten we wel zijn beste jongen, als ik nu dat lampie gekocht had, dan stonden wij hier nu niet gezellig te kletsen in het donker. Want dat gebeurt me toch niet elke dag zoiets.
En dan had jij me nu geen boete kunnen uitschrijven, en je moet toch op de kleintjes letten? Want 20 euri is geen kattenpis als je er nog enkele bijscoort vanavond, toch?
Je hebt zelfs gigantisch mazzel man, en ik ook!
Want ik rijd nu al 15 jaar zonder lichtbundeltje, en dit is pas de 2e keer dat ik aangehouden word. Als dat geen mazzel is!!!”

“OK”, zegt de agent, en overhandigt mij de bon.
“Waar woont u nu?”
“Och ziel, antwoord ik, ik had al zo'n vermoeden dat je het niet zo goed kon lezen.....maar ik zal het je wel even snel vertellen.
Als je hier deze kant opgaat tot die bocht, dan neem je de eerste zijstraat rechts, en......”
“HO mevrouw! zegt de man ineens bars, ik vraag welke straat u woont!”
“Oh, sorry hoor”, zeg ik beduusd....en noem hem mijn straatnaam.

“U kunt weer gaan”...zegt de man uiteindelijk.
Mmmmmm...jammer, denk ik, dat was een erg kortstondige ontmoeting. Maar ach, ik heb nog wel een idee hoe ik hem zover krijg dat hij me achterna komt.
“Ok!, roep ik terug, terwijl ik op mijn fiets stap. Maarruh, je moet nu niet denken dat ik het verdere stuk ga lopen hoor. Da’s me net iets te ver. Dus als je me wilt controleren, dan moet je straks rechtdoor, en langs de sluizen linksaf, want ik denk dat ik die kant opga.
En nog een plezierige avond verder.”

Opgewekt zet ik de vaart erin en in de veronderstelling dat ik deze dienstdoende agent nog wel weer zal ontmoeten, rij ik al zingend verder, op weg naar de stad.

Ben ik even blij dat ik weer iemand een dienst heb kunnen bewijzen.

© JELOU

zondag 24 juni 2012

DE DOOD VAN GOEDEMORGEN


De bevers bouwen dammen
zo nieuw als metershoog

het voorgeknaagde hout
versplintert kijkverdragen
brengt oorlog op de koffie
waar geur of smaak van buren
omheind het leven laat

Het pad langs Goedemorgen
staart stilte langs de noesten
mijn opgestoken hand
een nutteloos gebaar

Ergens weerklinkt geblaf
en op de kleur van planken
tel ik de tuinen af
op zoek naar groen is gras
en wonen hier nog mensen

De straat ligt opgebaard
de bevers schuilen holen

soms zie ik er een lopen
zomaar
onaangelijnd.

© JELOU

donderdag 21 juni 2012

LEEN MIJ DE LUCHT

en ik boetseer wolken
tot ornamenten
van zilveren mist
besmukt met pailletten
pailletten van Aurora

Leen mij de lucht

en bij het schijnsel van de maan
dim ik sterren
met een voile van sereniteit
tot een feeëriek schimmenspel
waarbij de vuurvlinder
dartel schemer streelt

bij het baren van de dageraad

verwelkom ik de zon
met bloesems van mijn asem
tot een douche van dauw
weerspiegelt in pailletten
pailletten van Aurora

Leen mij de lucht.


© JELOU

WILDZANG


Mijn wilde haren
blijven hangen aan
psalm honderdnegentien

klitten trekken wortels
in zesenzestig strofes
uit hoofdhuid en verbanden

maar gemoedsrust
jubelt tenenkrommend
langs goedertierenheid

beter blijf ik zwart
het schaap der jacht ontkomen
Herten hijgen mij te veel.

© JELOU

zondag 17 juni 2012

JONG HOUDT JONG


Adidas vult banken
gestreepte Ice-tea-babbels
strijken korte koppies

smartphones wisselen
ongecensureerd gelach om
ken je deze nog

de mijne is pas cool
doet mouwen stropen
handen graaien in
afgezakte lendezakken

deze is te gek man
schuift een zitplaats verder
deelt ringtones uit in
salvo’s gave plaatjes

laten we roken matcht
met stoere drempelpassen
eensgezind de achtertuin

“mevrouw” blijft achterwege
joint zich weer jong
in ons-kent-ons-verhalen.

© JELOU

vrijdag 15 juni 2012

CRISIS


U zult het geloven of niet, maar ik ondervind last van de crisis, al leef ik op stand.
Tenminste, dat hoor ik sommige collega’s wel eens zeggen.
Zelf vind ik het nogal erg overdreven.

Mijn carrière is voorspoedig gelopen, en ik ben best tevreden, maar toch kan ik het niet uitstaan dat mijn buurman zo’n gezellig tuinhuisje heeft aangeschaft en ik niet.
Elke ochtend als ik de gordijnen openschuif krijgt mijn humeur een knauw, want nu verbleken mijn rozenperken bij de prachtig gebeitste gevel van het tuinhuisje in de aangrenzende tuin.

Al menig keer had ik mijn oog op zo’n prachtige blokhut laten vallen in onze woonmagazine, maar mijn vrouw vond het te duur. Hoe vaak ik al geopperd heb onze skivakantie voor één keer te laten vervallen en het geld te investeren in zo’n mooie tuincabine, het mocht niet baten.
Zelfs onze zeilboot had ik ervoor willen inleveren, en bijna had ik Marktplaats geraadpleegd, ware het niet dat zoonlief zich ernstig gepasseerd voelde, omdat hij elke zomer met een groep vrienden de wateren trotseert met ons vaartuig. Nu zou hij dan een andere invulling moeten zien te vinden voor zijn vakantie, en dat zou hem dan geld gaan kosten.

Tja, dat wil ik mijn kind natuurlijk niet aandoen.
Hij doet al zo zijn best voor zijn studie, en dat weegt niet op tegen de € 4.000,-- die we er elk jaar voor reserveren. En zijn carrière gaat immers voor, want je wilt als ouder toch niet dat je de buren moet vertellen dat je zoon als bedrijfsleider van de Hornbach zijn boterhammetje verdient.
Ik zou me doodschamen.

Kreeg ik eindelijk afgelopen jaar een extra premie uitbetaald en ook nog promotie, lag daar opeens de kans om ook de zo gewenste houten tuinhut aan te schaffen.
Lag, zeg ik maar, want vrouwlief had andere plannen.
Haar autootje was inmiddels een jaar oud en ze wilde hem wel eens inruilen voor een grotere uitvoering.
Ze had een fraaie Ford Escort, maar aangezien het een tweedeurs wagen was, en de kofferbak vrij klein door de gastank, ontbrak het haar aan opbergruimte als ze wekelijks met haar vriendinnen uitgebreid geshopt had. Dan moesten ze de afgeladen Diortassen tussen de stoelen en de achterbank proppen, en dat werd toch steeds lastiger en oncomfortabel.

Oké, daar kon ik inkomen, dus werd er een nieuwe Alfa Romeo aangeschaft. Een 5-deurs exemplaar.
En ik moet toegeven dat het beter oogt als ze relaxed uitstapt en met elegance zo de big shoppers uit de kofferbak kan nemen zonder gewring en gewroet. Dat voorkomt ook nog ladders in haar dure nylons.
En daar had ze alweer een punt.

Maar ondertussen is het hier wel crisis, want het saldo op mijn creditcard is nog slechts toereikend om een maand met de hele familie naar Canada te gaan, dus blijven mijn rozenperkjes verbleken in de schaduw van buurmans luxe.
Het leven is hard.

© JELOU

SCHORRIEMORRIE (raptekst)


Vroeg loop jij op straat met een zak chips weer als ontbijt
je pa slaapt weer zijn roes uit en dat duurt een hele tijd
het asfalt is je thuis
je heet niet per abuis
gespuis
de luis
verweven in je haar
hang je daar, sta je klaar
terwijl je wacht totdat je kind'ren buiten ziet
je voet met kracht een bierblikkie naar voren schiet
verdriet vereelt, vergeeld is
liefde verspeeld is
verdronken
verzonken
in een roes van meters bier
loop jij weer eenzaam hier
op zoek naar wat vertier

Schorriemorrie, I'm so sorry
elke dag dezelfde shit
elke dag opnieuw het doelwit
van gelach, van gehoon
doodgewoon
om je misvormde bekkie
in je haar een viezig rekkie
je achtergrond een aso stekkie
Kun jij er wat aan doen.....

Verderop je broers die ook het huis zijn uitgeschopt
de oudste loopt te schreeuwen, heeft weer ruzie uitgelokt
de shag van pa gejat
terwijl die ladderzat
en af
gemat
neerdenderde op bed
nauwgezet volg je het
maar ondertussen blijf je liever uit hun buurt
want waar ze heengaan worden ze weer weggestuurd
verhuurd op straat, zo gaat dat
en jij, jij haat dat
het knokken
uitlokken
het geschreeuw van gore taal
de ruzies allemaal
steeds hetzelfde verhaal

Schorriemorrie, I'm so sorry
elke dag dezelfde shit
elke dag opnieuw het doelwit
van gelach, van gehoon
doodgewoon
om je misvormde bekkie
in je haar een viezig rekkie
je achtergrond een aso stekkie
Kun jij er wat aan doen.....

Blij ben jij als hier de deur weer heel snel opengaat
de gang weer wordt gevuld met jou en er druk wordt gepraat
je haren haast vervild
verwilderd ongewild
verstilt
het zilt
van tranen op je huid
lach je luid, vang je buit
want eenmaal hier ben jij weer in je element
vergeet je alle klereshit die jij maar kent
gewend geweld vergezelt je
argwaan bedwelmt je
maar liegen
bedriegen
in een roes van meters bang
is hier niet van belang
overleven
blijft even
in de gang

Schorriemorrie, I'm so sorry
elke dag dezelfde shit
elke dag opnieuw het doelwit
van gelach, van gehoon
doodgewoon
om je misvormde bekkie
in je haar een viezig rekkie
je achtergrond een aso stekkie
Kun jij er wat aan doen.....

© JELOU

dinsdag 12 juni 2012

ROLPATROON


Zij was bekleed met
ribfluwelen redenaties
de kamer
van mijn vader

Uitgelegd
besloeg het zo’n
30 vierkante meter
aan constante herhalingen.

© JELOU

TSUCHIYA KOITSU


maandag 11 juni 2012

WIE WAT WAAR


In schaduw van het moeten
blaas ik gedwongen speeksel
tot vrijgevochten bellen
vanuit gepland verzet

ze spatten ongehoord
op tijdbedrukte muren,
bevochtigen gevoeglijk
de sfeer van even niet

ik tel mezelf op vingers
van waar was ik gebleven
en herontdek de wilgen
waar ik gehangen werd

de kreukels knip ik uit
mijn burgerservicenummer,
zodat ik ongestreken
mijn eigenheid bewaar

zo knutsel ik de dagen
vol buitensporig hoortniet
in tegendraads verlangen
naar mag-ik-alsjeblieft.

© JELOU

vrijdag 8 juni 2012

KLUS GERUST


Vandaag trainde ik kalmte
tussen de tafelpoten

ik vroeg het uittrekblad
om rust en evenwicht
mijn lijf onder haar flanken
de steunders los van God

de grond vloekte een hernia
naar tussenwervelschroeven
maar hout bleef tegendraads

ik oefende een mantra
op ritme van een kruiskop
mijn lichaam in een pose
waar Amen geen Tai-Chi

God zij dank
vond ik een hamer.

© JELOU

woensdag 6 juni 2012

OMSLAAN, DOORHALEN, AF LATEN GLIJDEN


ik liet je gaan
in een mythe van knarsende muiltjes

geen doorstart, geen subsidies voor
nieuw te flossen tongen, aan te
naaien ogentroost
het mos verscholen tussen kraaienpoten

vers gebakken lucht breit kringen
in de ramen, mijn evenknie gekromd
in één recht één averecht

handen blijven steken in knellende
schoten, en ik,
ik heb een hert gebaard,
een hijgend hert in 1001 nacht
als voorschot op het donker

© JELOU

zaterdag 2 juni 2012

ALS GEGOTEN


Mijn afdruk
verraadt
alle pleisterplaatsen
waar wij ooit samenkwamen

mijn borsten
geven richting
tonen reisverslagen
over getrotseerde afdalingen

op muren
van mijn onderrug
staan onze leuzen
gekalkt in zacht gekreun

en in holtes
van mijn knieën
zetten butsen zich schrap
in jouw zoektocht naar houvast.

© JELOU