woensdag 30 maart 2016

ONVERSTAANBAARHEID



Vraag mij hoe ruim mijn geest
en ik schenk u woorden
als Navelstreng en Zelfvervreemding

U zult ze niet verstaan
de overeenkomst even onnavolgbaar
als ik mijn nachtgedachten:

ze reiken verder dan het hier
ongrijpbaar haast voor woorden
onaards en toch zo werelds weer

Enkel de spraak zullen wij eender
net als het handelen zoals het hoort
vorm steeds gelijk aan wat geleerd

en ik zal immer u bij naam
de dagwoorden in mijn bezit
als was ik nooit een vreemde.

© JELOU

TUINSCHATTEN

Stil verscholen in het groen

vind ik kindernostalgie

in blote dooie barbies



verdronken in een regenton
of elders overwoekerd door
verstikkend boeren fluitekruid
de lipsticklook verdwenen


Een flard vitrage wappert nog
aan oude schommelpalen
patronen schaduwend de muur


het Perzisch kleed vol speelvertier
begrast door boskabouters
geen plek meer voor een zomerzucht
vol kinderslaapgegiechel



Het heksenbos slechts een fantoom
doch op één enkel elfje na
die steevast pinnig in de grond

het schepje kan getuigen
het ligt nog immer groen als gif
als waker naast de paddenkuil
ooit noemer zandbak waardig.

© JELOU

donderdag 24 maart 2016

VRIJHEID VERDEELD



Vraag mij wat vrijheid is
en lang zal mijn bedenktijd

enkel drie woorden
kan ik simpelweg duiden:
normen, waarden en respect

doch zolang mensen uitgebuit
zwakkeren het onderspit
politiek een schimmenspel
met stille Wajang-jokers

macht een wereldinstrument
met vals klinkende snaren
economie chantage dealt
onder de pokertafel

zo zullen de drie woorden
nooit eensgezind van kracht
omdat wat heerst, verdeelt

Vraag mij wat vrijheid is
en ik toon u mijn BSN.

© JELOU


donderdag 17 maart 2016

HET AFSCHEID

De bloemen
kleurden jouw geestdrift
de linten
afscheidsvaandels
in onversaagd zo jij

en wij
wij stroomden samen
de stilte van verstomming
ontzagwekkend groots
gelijk de jouwe


doch in het wederkerige
een dankbaar eerbetoon
in woorden
herinneringen
zo tastbaar nog in tijd


en jij
jij kleurt je verder
groothartig en bescheiden
ons immer beklijvend
levend na de dood.


© JELOU

VERANDERING



Neem mij mee
naar vlakten onbekend
en ik zal ze inhaleren
als een boreling

het veilige onttrokken
ademend naar dat
wat mij tegemoet
hoe vreemd het schijnt

en ik zal enkel
heel dicht bij mezelf
opdat angst geen plaats
enkel verbazing

onwetendheid
geen oordeel waardig
daar ik opnieuw
mijn weg moet leren

omdat geen pad gelijk.

© JELOU

woensdag 9 maart 2016

DE VREEMDE INTELLECTUEEL



Overal kom ik hem tegen.
De man met de vergeelde kraag.
Zijn bril beslagen, net als zijn adem.
Je ruikt hem aankomen.

Hij lijkt niets te zien, de man.
Hij loopt verscholen achter vette lokken.
Kwasi stoïcijns, maar niets is minder waar.

Want wee degene die zijn blik.
Wee degene die hem groet.
Dan is er geen ontkomen aan.
Dan start de wedijver van debatteren.

Hij tolkt de wereld, deze man.
Hij toont IQ in hoge tekstballonnen.
Het is de lucht van solitair bestaan.

Ik adem in en tel de zinnen
Ik adem uit en knik meelevend.
En wijl de politiek zijn tongriem
vraag ik mij af –let wel: in stilte-
wanneer zijn teennagels het laatst geknipt.

 © JELOU

woensdag 2 maart 2016

OPGESCHOOND



Ik klop het kleed
tot onderdanig losgeslagen vuil
zich opgedweept als donderwolk
een mistbank vormt. Getooid verleden.

De lucht bezet door uitroeptekens,
verzuchtingen uit rokerslongen
waar sponningen der levensvragen
geen passend aandeel kundig.

Ik weer de damp
van onbezonnen nachtgedachten,
strijdlustig aangelegde krijgsbaniers
die met wat wijn willens en wetens.

Doch naargelang de nevel heldert
zweeft enkel pluis zich nog in sporen
waar liefde de slijtageslagen
doorstaan. Het heden mondig.

© JELOU