dinsdag 25 oktober 2016

ZOMERGASTEN

Vakantietijd. De camper staat te ronken.
Een laatste check of alles goed op slot.
De katten zorgzaam bij ’t pension gedropt
waar kilo’s aandacht liefdevol geschonken.

We reizen naar de bergen die ons lonken.
Kamperen aan een meer. Maken een tocht
vol kilometers wandelzweet, tot vocht
de bilnaad seint dat tijd allengs geslonken.

De camper pruttelt huiswaarts en voldaan
betreden wij ons stulpje. Maar och heden!
Een vreselijke meur walgt ons plots aan!

Herkenning doet ons haast tesaam verbleken.
Een zomergast heeft hier vrij rondgesjeken!
Had ik het kattenluik maar dichtgedaan…


© JELOU

zaterdag 22 oktober 2016

WENSGEDACHTE

Wel Godvergeme, denk ik soms.
Had God mij ietwat later kunnen doen geboren
was ik in trek zonder mijn elastiek verloren
bij hen die tien jaar jonger had gejongd.

Ik doe niet onder -wat ik weet-
aan iemand met een jeugdig en zeer speels vermogen
daar mijne levenslust zich immer voelt bewogen
door dát, wat energiek en humor heet.

Maar desondanks maak ik de fout
mijzelf te wensen wat ik nooit zou kunnen wezen
al zou een toverstaf mij jeugdig kunnen frezen
ik ben en blijf een mens, mijn dagen oud.

Wel Godvergeme, denk ik soms.


© JELOU

donderdag 20 oktober 2016

HEARTBEATING STONES

I’m wandering crossroads with gravel
to gather our heartbeating stones
as there were no yesterdays ending
just coloured todays to be shown

Your laughter longlasting and cosy
no matter the weather. Your mood
a catchy one, making me nosy
how come your closeby felt so good.

When time, we were made up for walking
the bright air outside to inhale
enjoying ourselves endless talking
your humour my strenght not to fail.

The touch of our souls so tremendous
that words not be found to explain
that silence, how deep and extensive
confused us. We drowned love in pain.

We’re living our lifes seperated
amongst lovely people we know
but sometimes I seek delicated
for heartbeating stones you to show.


© JELOU

donderdag 13 oktober 2016

ZO JIJ MIJN KIND ZO MIJMER IK

Zou jij je plots aan mij voorbij
herkenbaar als geen ander

zo zou mijn tong bevroren
van woorden nimmer weet
mijn ogen enkel starend
naar wat bekend vervreemd

Ik zou je willen roepen
schreeuwen dat ík het ben
opdat jij onverhoopt verrast
mijn blikken tegemoet

als schakelt tijd hiaten
om naar een ander spoor
wij slechts enkel beseffen
dat weerzien heimwee stelpt

Doch jarenlange afstand maakt
dat paden té ver scheiden.

© JELOU






SPREEUWGESCHREEUW


dinsdag 11 oktober 2016

JIJ MAN MET HOED

Dat ik je nog nooit ontmoet
maar net als in de film
jouw beeld mij vaak voorbij

een zinnenspeler
die vuur aan schenen,
een tongriem vol oogst
waar menigeen van plukt

Zo ik, de stille lezer,
die in’t geniep satire drinkt
directheid slurpt
uit jouw geslepen glazen

de spaties grijnzend machtig,
mijn boekenkast jou wetend
als één der 1000 schonen.

XX JELOU


dinsdag 4 oktober 2016

HOE STAND VERZANDT

Mijn tante leefde rijkelijk ‘op stand’.
Haar imperium was net zo imposant als haar soortelijke massa.
Een leest bezat zij enkel voor haar schoenen.

Ze droeg corsetten met een meerwaarde van zeker honderd liposucties.
Sindsdien zijn vele soorten baleinwalvissen uitgestorven.
Mijn oom evenzo.
Het insnoeren der veters werd hem plotseling te machtig.

Met zijn tachtig jaren gleed hij uit op de badrand.
Dé inrijgplek waar zij hem ’s ochtends commandeerde.
Haar scheelde dat gerochel en dozijnen merksigaren.

Sindsdien leidde mijn nicht het rijk der oud-lipiden.
Zij reeg en strikte, wurgde mijn tante haast baleinenstrak.
Zij zag haar toekomst een imperium vol aanzien.
Haar ega evenzo.

Doch plots kwam daar de dag der waarheid aangeslopen.
Mijn tante bleek zich rijkelijk ver van ’t gezond verstand.
Een opname noodzakelijk met onbekende servicekosten.
Zij moest haar ‘stand’ verplicht verzaken.
Nu hangt zij zich een luie stoel, ontveterd en volumevrij..

© JELOU